<img height="1" width="1" style="display:none" src="https://www.facebook.com/tr?id=589186577843514&ev=PageView&noscript=1" />
Skip to content

De toekomst in eigen handen

In Lommel, België, knippen burgemeester Bob Nijs en de 14-jarige Jonas een lint door ter opening van de Stad van de Toekomst. In de conferentiezaal van de middelbare school WICO presenteren leerlingen hun creatieve maquettes, begeleid door STEM-docente Liesbeth Bleys en Suzanne Algra van de Maakotheek. Dit project, voortgekomen uit een samenwerking met StemUp en ASML, leert studenten dat ze hun eigen toekomst kunnen vormgeven door middel van wetenschap, technologie, techniek en wiskunde.

Vandaag heeft Lommel twee burgemeesters: de 14-jarige Jonas en Bob Nijs, de officiële burgervader van de Belgische grensplaats. In de conferentiezaal van de school knippen ze samen een lint door ter opening van de Stad van de Toekomst, die achter hen verdeeld over drie maquettes staat opgesteld. Niemand weet natuurlijk hoe de toekomst eruitziet maar: “We willen onze leerlingen meegeven dat ze die zélf kunnen vormgeven.”

Het zijn de woorden van Liesbeth Bleys, STEM-docente op WICO. De middelbare school uit Lommel, België, had al jarenlang ervaring met STEM – het is sinds jaar en dag een schoolvak bij de Zuiderburen. “Het is duidelijk dat onze leefwereld is doordrenkt van techniek en technologie. Wat echter niet vaststaat, is hoe die eruit gaat zien en hoe we ons daartoe verhouden. Mijn STEM-collega’s en ik zochten daarom naar verdere integratie van de verschillende STEM-componenten om dat vraagstuk op een creatieve manier tot leven te brengen voor de leerlingen,” vertelt Bleys.” Nadat ze eind 2023 de StemUp-proeverij bij ASML, mede-ontwikkelaar van het programma, had bezocht en vervolgens haar wensen met StemUp-coach Ruben Rump had besproken, koos de school voor het vakoverstijgende leerprogramma Stad van de Toekomst.

 

Onderzoek & Ontwerp

Het STEM-team van WICO faciliteerde samen met Suzanne Algra van de Maakotheek de bouw van de Stad van de Toekomst van de leerlingen. Algra vertelt hoe die ondersteuning eruitzag: “STEM staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics, maar ook voor het aanspreken van creativiteit. Dat wil zeggen dat je leerlingen bijvoorbeeld niet ‘simpelweg’ vraagt om een brug te bouwen, maar meer van ze verlangt: ‘Tussen deze twee plekken ligt een kloof. Bedenken jullie hoe je van de ene naar de andere plek komt!”

Het lijken op het eerste gezicht wellicht twee kleine variaties van dezelfde opdracht maar dat is het niet, verklaart Algra: “In het ene geval ga je als het ware knutselen: je past parate kennis toe en herhaalt of varieert op wat je al kan. In het tweede geval ben je bezig met onderzoek en ontwerp. De kennis die je hebt, bekijk je dan in een ander licht, om vervolgens op zoek te gaan naar nieuwe informatie en vaardigheden om de uitdaging aan te gaan. Wanneer je die uitdaging daadwerkelijk wílt aangaan, krijgt het actieve, creatieve denkproces een boost. Terug naar het voorbeeld van de kloof: leerlingen komen met de meest opzienbarende ideeën over luchtverkeer, katapult-constructies en meer.”

Trots

Snel naar de maquettes, waar de jongens en meisjes staan die de afgelopen periode vol overgave aan hun project hebben gewerkt. “Wat zijn ze fier hè,” stelt Dennis Vaes vast. De leerkracht STEM- technieken ziet het aan de gezichten af: de selfie met de burgemeester was mooi, maar het werk van de afgelopen weken is voor de leerlingen van WICO pas echt iets om trots op te zijn.

“Ik wil iets laten zien, neemt Mattias direct het initiatief. De leerling van Vaes loopt naar het rolgordijn achter de maquette en trekt aan het koord. Hoe meer het gordijn naar beneden komt, hoe meer lichtjes de stad automatisch verlichten. “Geprogrammeerde lichtsensoren,” zegt hij koeltjes, maar de twinkeling in zijn ogen verraadt dat hij er warm van wordt.

De uitdaging

Een ouder merkt op dat alle woongebouwen van de toekomstige stad hoog de lucht in gaan. “En een mooi tuintje achter het huis dan? Het zou jammer zijn als dat verdwijnt.” Tweedeklasser Liam reageert: “De ruimte is nu eenmaal beperkt. Maar als je hoog bouwt, blijft er meer ruimte over voor openbare parken voor iedereen. En met een vertical farm of een voetbalveld op het dak, hou je elders in de stad weer plek over voor bijvoorbeeld een bos.”

Of een oplaadstation voor gezondheidsrobots en een onderzoekslaboratorium. Een ziekenhuis is er opvallend genoeg niet. “Ik denk dat die bijna helemaal zullen verdwijnen want robots kunnen veel werk overnemen in de zorg, verklaart Liam. “Die moeten dan wel worden opgeladen. Net als de elektrische treinen die door de stad zullen rijden trouwens.”

Samenwerking

Hij pauzeert even nu hem iets te binnen schiet: “Iedereen zocht naar beelden en ideeën over de toekomst op internet, via videogames enzo, en werkte daarna aan een eigen stukje stad. Zoals sport & ontspanning, mobiliteit of energie. Dat was mooi, maar het het was nog leuker toen ik zag dat we door samen te werken uiteindelijk heel goed op elkaar aansluiten. Alles is met elkaar verbonden in deze stad.”

Variatie

Naast de tafel van Vaes zijn klas staan de tafels van de leerlingen van Bleys en collega Mirte Morren. De contouren lijken van een afstand hetzelfde maar wie inzoomt, ziet accentverschillen. “Dat is prachtig om te zien. Het geeft aan dat iedere klas en leerkracht het project invult op een manier die past bij de beschikbare tijd, ideeën en mogelijkheden,” merkt Algra op. De groep van Bleys heeft qr-codes aangebracht die verwijzen naar het maakproces en in de stad van Morren staat een boom met opvallend felle kleuren. “Met kunstmatig licht krijg je een krachtigere fotosynthese,” verklaart Rosa de hybride constructie. Opvallend is ook de variatie aan materialen. Waar de andere steden op schaal strikt van karton en plastic zijn gemaakt, heeft de klas van Morren ook kurk en vilt gebruikt. “De 3d-printer had de laatste sen kuren helaas,” legt Rosa uit. Vaes hoort het met een lach aan en zegt: “Improviseren moet je ook leren!”

Leiding

De feestelijke presentatie van de Stad van de Toekomst betekent geenszins het einde van de samenwerking met StemUp, geeft Bleys aan: “Er broeit inmiddels van alles!” Vaes licht een tipje van de sluier op. “Dit gaan we uitbouwen. Volgend schooljaar gaan we échte windmolens en zonnepanelen bouwen.” Het klinkt Rump als muziek in de oren: “Deze leerlingen hebben vanwege hun STEM-onderwijs een hele stevige basis, reden waarom ze zo snel een stad konden bouwen met tekenprogramma’s, lasercutters en 3d-printers. StemUp gaat uit van de unieke mogelijkheden en wensen van de school. Een intense projectweek, een opdracht van een paar weken, een uitgespreid jaartraject of een langjarige samenwerking; integratie met de vakken Aardrijkskunde, Nederlands of Maatschappijleer: het is allemaal mogelijk met lessenseries, materialen en begeleiding. Kortom: de school heeft de leiding, StemUp volgt.”

StemUp

StemUp is een leer- en ontdekprogramma voor het eerste en tweede leerjaar van het voortgezet (speciaal) onderwijs, ontwikkeld door ASML, dat jongeren wil inspireren om te kiezen voor studie en werk in Techniek & Wetenschap.